Het ideeënhoekje

Michael Palmer

Er is weer veel te melden over het damfront. Troesoe I is kampioen van de landelijke tweede klasse D en Rob Clerc is de nieuwe kampioen van Nederland geworden bij de senioren. Gesterkt door het kampioenschap van ons eerste team togen Rik Twilhaar en ik naar Amsterdam om deel te nemen aan het Studentenkampioenschap van Nederland, tegelijkertijd het paastoernooi van Amsterdam. Het deelnemersveld was buitengewoon sterk; er waren over het algemeen alleen subtoppers. Mijn toernooi verliep dramatisch (veel goede standen weinig rendement). Rik daarentegen speelde solide een sterk toernooi. Een selectie fragmenten krijgt in deze aflevering de aandacht. Laurens Fijn van Draat werd kampioen van studerend Nederland en de sterke Afrikaan Samb won het algemeen paasklassement. Tijdens het toernooi kwam mij ter ore dat Fijn van Draat onlangs een partij tegen Sijbrands had gewonnen.

Gelijktijdig met het toernooi in Amsterdam vond in Huissen het Nederlands Kampioenschap senioren plaats. Op het internet werden dagelijks alle partijen gepubliceerd. Uit de eerste en tweede ronde zullen nuttige ideeën besproken worden. Grote afwezigen waren Wiersma en Sijbrands. Wiersma liet zich hierover onlangs in een artikel in het Damspel uit.

Later in hetzelfde artikel komen een aantal fakepartijen aan de orde. Het kopiëren van partijen zoals Durdyev en Novozhenov deden is uit den boze, maar wat wanneer twee spelers niet van elkaar kunnen of willen winnen? Mijzelf overkwam dat ooit tegen mijn vader, tijdens het kampioenschap van Gelderland. Wiersma en Sijbrands stonden voor eenzelfde dilemma tijdens een NK. Geef je dan bij de eerste zet remise of bedenk je samen met de tegenstander een leuke partij. Voor dit laatste werd in beide gevallen gekozen.

Aansluitend hierop zal ik een kleine bespreking houden van de Van Westerloo variant.Verder aandacht voor aardige ideeën uit partijen van Troesoe leden.

NK senioren 1999

In april werd in het Koelhuis te Huissen gestreden om de hoogste nationale damtitel. Na een aantal jaren verschillende kampioenen te mogen huldigen, was het dit jaar voor de zevende keer Rob Clerc die de titel won. Zijn laatste titel stamde alweer uit 1991. Onder het twaalfkoppige deelnemersveld ook Auke Scholma en Ron Heusdens veelvuldig deelnemers in eerdere edities van het kampioenschap. De laatste stond bijna het gehele toernooi aan de leiding. Twee nederlagen (tegen de jeugdigen Thijssen en Kemperman) wierpen Heusdens terug naar de middenmoot. Voor Scholma verliep het toernooi gespiegeld aan Heusdens. In de eerste helft een aantal nederlagen, vervolgens knap terugkomend en (bij winst op Clerc in de laatste ronde) kanshebber voor de titel.

Uit de eerste ronde twee fragmenten van betreffende spelers.

A. van Leeuwen - A. Scholma 2-0 (nks 99)

In de diagramstand is de partij gevorderd tot de 31e zet.

31. 31-27 12-17 32. 48-42 3- 9 33. 45-40 24-29 34. 39-33 18-23 Veel beter voor Scholma is: 34. ..... 1-6 35. 33x24 19x30 36. 27-22 18x27 (Op 36. 35-30? 18-22! 37. 40-35 29x40 38. 44x35 en nu een schitterende combinatie 15-20!! 39. 38x29 19-23 40. 29x18 9-13 41. 18x9 14x3 42. 25x14 3-9 43. 14x3 21-26 44. 3x21 16x47 zw+) 37. 35-30 29-33 38. 28x39 met een betere stand voor zwart.

35. 33x24 20x29 36. 44-39 29-34 Op 36. ..... 29-33 37. 38x18 13x44 38. 35-30 44x24 39. 25-20 14x25 40. 27-22 17x28 41. 32x3

37. 40x18 13x44 38. 49x40 9-13 39. 38-33 13-18 40. 40-34 18-23 41. 33-28 21-26? Beter is 41. ..... 15-20 42. 42-38 1-6 (42. ..... 20-24 43. 37-31 24-29 etc. (43. ..... 21-26?? de thematische wending 44. 38-33 26x37 45. 32x41 23x21 46. 34-29!)).

42. 42-38! 15-20 43. 38-33 16-21 Nu blijkt het ongelijk van 41. ..... 21-26?; Scholma kan niet meer aan de thematische dreiging 42. 37-31 ontsnappen. Bijvoorbeeld 43. ..... 20-24 44. 37-31!! 26x37 45. 32x41 23x21 46. 34-29. Scholma verliest de partij, ookal duurt het nog een dertigtal zetten.

44. 27x16 20-24 45. 35-30 24x35 46. 33-29 26-31 47. 37x26 35-40 48. 29x18 40x29 49. 32-27 29-34 50. 27-21 34-39 51. 21x12 39-44 52. 12- 8 44-49 53. 28-22 49-35 54. 8- 3 19-23 55. 3x20 23x12 56. 20-14 35- 2 57. 22-17 12x21 58. 16x27 2-13 59. 27-21 13-24 60. 21-17 24-38 61. 17-12 38-20 62. 14-32 20-24 63. 32-16 24-19 64. 25-20 19-28 65. 12- 8 28-41 66. 20-15 41-14 67. 8- 3 14-19 68. 3-12 19-28 69. 16- 7 28-37 70. 7- 2 37-32 71. 2-16 32-37 72. 12-18 37-14 73. 18-22 14-19 74. 22- 6 19-14 75. 6-11 14-19 76. 11- 2 19-14 77. 2- 8

H. Jansen - R. Heusdens 0-2 (nks 99)

Kenmerkend voor de diagramstand is de vrijwillig ingenomen hekstelling (op de 15e zet). Hans Jansen is ook al zo’n speler die sinds mensenheugenis deelneemt aan het NK. Hij zag zijn inzet beloond met een titel drie (?) jaar geleden. Er zijn niet veel spelers die altijd de logica achter Jansen’s spel begrijpen. Maar daarin schuilt waarschijnlijk ook zijn kracht: het verrassen van spelers met onlogische (?) voortzettingen. Heusdens, Neerlands beste denktriatleet, laat zich niet door Jansen imponeren en zet Jansen gevangen in een tempispel.

In de diagramstand lijkt 34. 42-37 voor de hand liggend maar Jansen besluit tot 34. 33-28 22x33 35. 38x29 13-19 36. 42-38 17-22! Een mooie zet. Heusdens gaat vrijwillig in de hekstelling staan. Hij heeft een overmachtig centrum. De hekstelling is hierdoor voor Jansen van weinig waarde.

37. 44-39 11-17 38. 40-35 23-28 Onduidelijk is 38. ..... 14-20 39. 30-24 19x30 40. 35x24 en nu eerst 16-21 41. 27x16 25-30 42. 34x14 23x43 43. 38x49 en dan pas 22-28 44. 32x23 18x9.

39. 32x23 19x28 40. 38-32 28x37 41. 31x42 22x31 42. 26x37 De hekstelling is verbroken, maar nu is de rechtervleugel van wit te zwaar beladen. Heusdens heeft de witte rechtervleugel in bedwang, richt zich nu op de sloop van wits linkervleugel, om uiteindelijk doorbraakkansen te creëren. Alweer omdat Jansen eenvoudigweg zetten moet.

42. ..... 8-13 43. 37-32 17-22 44. 39-33 14-19 45. 32-28 2- 8 46. 28x17 12x21 47. 36-31 21-27 Heusdens werpt een effectieve blokkade op. Zwart zal uiteindelijk 16 naar 26 brengen, 27 laten staan, waardoor 33 niet kan oprukken naar 22. Pas daarna houdt zwart zich bezig met doorbreken. Hiermee "wint" zwart twee zetten.

48. 31x22 18x27 49. 33-28 19-24 50. 29x20 25x14 De verdediging is op orde. 51. 34-29 16-21 52. 45-40 21-26 53. 29-23 8-12 54. 40-34 13-18 55. 34-29 27-31 56. 28-22 18x27 57. 29-24 31-36 58. 42-37 12-17

Leuk variantje: 58. ..... 27-31 59. 37-32 12-17 wint nog steeds, maar zwart kan zich op twee manieren verslikken:

  1. 59. ..... 36-41 60. 32-27 31x22 61. 23-19 14x23 62. 24-20 15x24 63. 30x8
  2. 59. ..... 31-37 60. 32x41 36x47 61. 30-25 47x20 62. 23-19 14x23 63. 25x14

59. 23-18 27-31

Fakepartijen ?

Gep Leeflang in gesprek met Harm Wiersma, Het Damspel, maart 1999:

Ooit speelde Wiersma zelf een fakepartij tegen Sijbrands in het NK. Prachtig Van Leeuwensysteem, maar ingestudeerd. Dat was geen kwestie van sjoemelen vindt Wiersma. "We hadden ook na tien zetten remise kunnen spelen, maar kozen voor deze sublieme partij. Dat ging ten koste van niemand. Wordt iemand anders het slachtoffer dan is het een ander verhaal".

Wiersma heeft het hier over het Nederlands kampioenschap 1970. Het kampioenschap werd een prooi voor Sijbrands. Voor de laatste ronde heeft Sijbrands drie punten meer dan Wiersma. In de laatste ronde treffen de twee elkaar. Sijbrands is hoe dan ook kampioen (eindstand 1. Sijbrands 17 pt. 2. Wiersma 14 3. Drost en Van Dijk 12 5. Palmer 11), dus het is logisch dat de laatste partij in remise eindigt. De manier waarop is magistraal. Op de 28e zet neemt Sijbrands een afwikkeling, die Sijbrands en Wiersma een jaar eerder tijdens een gezamenlijke studie ontdekten.

T. Sijbrands - H. Wiersma 1-1 (NKS 70)

1. 32-28 20-24 2. 37-32 14-20 3. 41-37 10-14 4. 46-41 18-23 5. 34-29 23x34 6. 40x29 24-30 7. 35x24 19x30 8. 45-40 30-35 9. 39-34 13-19 10. 43-39 20-25 11. 31-27 17-21 12. 36-31 12-17 13. 41-36 7-12 14. 31-26 9-13 15. 36-31 3-9 16. 29-23 1-7 Wit kan een betere stelling verkrijgen via het thematische dubbeloffer (NTI) 17. 23-18 13x22 (17. ..... 12x23 18. 28-22! 17x28 19. 26x17!) 18. 27x18 12x23 19. 28-22 17x28 20. 26x17 11x22 en nu hetzij 21. 32-27 of 21. 33-29, maar dat was niet de afspraak.

17. 47-41 5-10 18. 41-36 15-20 19. 49-43 10-15 20. 50-45 13-18 Op 20. ..... 20-24 volgt 21. 23-18 13x22 22. 27x18 12x23 23. 28-22 17x28 24. 26x17 11x22 25. 34-30!

21. 27-22 18x27 22. 31x22 20-24 23. 34-29 25-30 24. 29x20 15x24 25. 23-18 12x23 26. 33-29 24x33 (26. ..... 23x34 27. 40x20 14x25 28. 44-40!) 27. 38x18 14-20 Sijbrands zal nu een unieke afwikkeling nemen, die de twee (op dat moment) twintigers een jaar eerder ontdekten. Toeschouwers staan op de stoelen. Wiersma en Sijbrands voeren een prachtige show op. Overigens is in de diagramstand 28. 40-34 verboden wegens het schitterende 28. ..... 35-40!! 28. 34x1 40x27! 29 22x31 2-7 30. 1x12 17x8 31. 26x17 11x44 met winst voor zwart.

28. 39-34!! 30x50 29. 36-31 35x44 30. 43-39 44x33 31. 28x39 50c47 32. 31-27 17x28 33. 32x1 21x41 34. 26-21! 16x27 35. 48-42 47x12 36. 1x15 11-17 37. 15-47 17-22 38. 47-41 22-27 39. 41-37 remise.

In 1993 werd ik kampioen van Gelderland bij de senioren. In de eerste ronde trof ik mijn vader. Logisch, om competitievervalsing te voorkomen. Binnen de toenmalige krachtsverhoudingen waren wij beiden kanshebber voor de titel. Aangezien geen van beiden ernaar streefde de ander op een nul in de eerste ronde te zetten spraken af op remise aan te sturen. De avond voor de partij bekeken we een leuke combinatie in een variatie op de Van Westerloo variant en voerden die in de partij uit.
R.Palmer - M.Palmer 1-1 (KvG93)

1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1- 6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 Nu begint de Van Westerloo variant als afwijking van de klassieke kelleropening (zie Stokkel, die deze variant de VAD-variant noemt).

10.33-28 22x33 11.39x19 14x23 Er zijn nu vier mogelijkheden:

  1. 12. 36-31?? 23-28!!
  2. 12.43-39
  3. 12. 38-32
  4. 12.37-32 21-27 De meest gespeelde zet. 13.32x21 11-16 14.41-37 16x27 15.43-39 7-11 16.48-43

Drie antwoordmogelijkheden:

  1. 16...... 17-21 17.26x17 12x21 18.46-41 21-26 19.38-32 27x38 20.43x32
  2. 16. ..... 17-22 17.37-32 11-16 18.32x21 16x27 19.46-41 2- 7 20.41-37
  3. 16. ..... 9-14 17.46-41 20-25 18.37-32 (zie diagram) 17-22 19.32x21 22-27 20.21x32 13-19 21.24x22 12-17 22.29x18 17x46 23.42-37 46x 1 24.34-29 1x34 25.39x30 25x34 26.40x29
Garoute - Ricou

Nadat ik de partij van Van Leeuwen - Scholma had geanalyseerd herinnerde ik mij een nuttig tactisch idee waarin een offer een belangrijke rol speelde. Dit offer lijkt erg veel op het offer dat Van Leeuwen had gered, zou Scholma op de 34e zet 1-6 hebben gespeeld. Het idee met het offer 27-22 heb ik geleerd van damtrainer Michael Katz. Hij behandelt deze en veel andere leerzame standen in het boek Strategiekompas: leerboek damstrategie. Ook het boek De eerste stap op weg naar het wereldkampioenschap van Iser Koeperman, behandelt deze stand. Ik noem de beide boeken omdat het misschien wel de beste trainingsboeken zijn die ik ken. Een breed scala strategieen en nuttig tactische ideeën worden in die boeken behandeld. Als bewijs voor het nut zal ik een stand van mij laten zien in het Geldersch Kampioenschap 1993 tegen Chris Jurriens (de eerste stap naar het gelders kampioenschap).

In elkaargeschoven klassieke standen moeten van tevoren goed berekend zijn. Er moet niet alleen naar logische voortzettingen gekeken worden, maar ook naar een offer, dubbeloffers, achterloopjes, uitstoten etc. In de diagramstand speelde Garoute, in het jaar 1921, 1. ..... 3-9?. Waarschijnlijk voelde Garoute zich al in een feeststemming aangezien hij had berekend dat op 2. 34-29 23x34 3. 30x39 24-29! 4. 33x24 19x30 5. 35x24 18-22 6. 27x18 13x44 zou volgen (de Coup Philippe).

Ricou, een destijds sterke dammer, bedierf het feestje met het onverwachte 2. 27-22!! 18x27 3. 34-29 23x34 4. 30x39 Typisch zoiets dat over het hoofd gezien kan worden. De stemming is bedorven als Garoute ontdekt dat het zelfs geen remise meer kan worden. Zwart moet zijn cadeaugegeven schijf teruggeven waarna de stand nog steeds verloren blijft.

4. ..... 27-31 5. 37x26 17-22 (5. ..... 13-18 6. 28-23) 6. 26x17 22x11 7. 32-27 11-17 (7. ..... 13-18 8. 28-23) 8. 27-22 17-21 9. 22-18? 13x22 10. 26x17 19-23 remise (bijvoorbeeld: 11. 39-34 9-13 12. 38-32 14-19).

Nu is het Ricou die zijn feeststemming bedorven ziet worden. Schijfwinsten moeten over het algemeen genomen worden, maar ook daar moet een goed plan achter zitten. Te snel een schijfwinst nemen in een klassieke stand kan tot hetzelfde leiden als een doelbewust offer van de tegenstander. Met een offer kan bijvoorbeeld het tempo worden omgewisseld, of leiden tot ontwikkeling van een gevaarlijk schijf.

De russische meester Giljarof toonde in 1959 de winst aan: 9. 38-32! 21-27 (de beste 9. ..... 21-2610. 32-27! en de vang staat klaar)10. 22x31 13-18 11. 39-34 18-23 12. 31-26 9-13 13. 34-30 13-18 (13. ..... 23-29 14. 32-27 29x38 28-23) 14. 32-27 23x21 15. 26x17 18-22 16. 17x28 16-21 17. 28-22 21-2618. 22-18 26-31 18-13.

Je kan nu natuurlijk denken: "wat heb je er aan?", of: "zo’n stand krijg ik toch nooi!". En toch komt er af en toe zo’n stand voorbij .En juist omdat het idee nogal ongebruikelijk is, moet het onthouden worden. In 1993 werd ik Gelders Kampioen door toepassing van dit idee tegen Chris Jurriens.

39. 43-39 17-21 40. 39-34 12-17 41. 48-42 Jurriens heeft exact hetzelfde plan gespeeld als Garoute. In 1991 leerde M.Katz mij de vorige stand, dus nu eerst 41. ..... 24-29! 42. 33x22 en pas dan 42. ..... 17-22 43. 28x17 21x12 Jurriëns speelde vervolgens nog een aantal zinloze zetten en gaf daarna op.

Beroemde Surinaamse partijen

In 1969 speelt Sijbrands een partij tegen de sterke Surinaamse dammer Sheoratan. De klap die Sijbrands Sheoratan op de 11e zet uitdeelt galmt in Parimaribo en omstreken nog steeds na. Het idee achter de combinatie in deze beroemde partij is niet nieuw maar wel erg mooi.

Sijbrands - Sheoratan 2-0 (1969)

1. 32-28 18-23 2. 38-32 12-18 3. 31-27 7-12 4. 43-38 17-22 5. 28x17 11x31 6. 36x27 12-17 7. 33-28 17-21 8. 38-33 8-12 9. 42-38 20-24 10. 34-30 14-20 11. 39-34! 20-25? Met 11. 39-34 lokt Sijbrands de zet 20-25 uit. Sheoratan loopt met open ogen in de val. Vanuit de diagramstand volgt immers een vernietigende dam op bezet veld:

12. 27-22!! 18x27 13. 33-29 24x31 14. 44-39 27x38 15. 41-37 23x41 16. 46x8 3x12 17. 39-33 38x29 18. 34x3 25x34 19. 3x26 10-14 20. 40x29 16-21 21. 26x10 5x14 Sijbrands staat een schijf voor en wint de partij na zes verdere zetten. In de inleiding heb ik verraden dat het idee niet nieuw is. Wat gezoek leverde het volgende.

A.K.W. Damme publiceert in de jaren dertig in een damrubriek de volgende dam op bezet veld. Vanuit de diagramstand volgt:

1. 27-22!! 18x27 2. 33-29 24x31 3. 47-41 27x38 4. 41-37 23x41 5. 46x8 3x12 6. 39-33 38x29 34x3

Mooie combinaties

Als afsluiting van deze editie Ideeënhoekje een aantal mooie partijcombinaties en composities, die de lezer thuis enig denkwerk zullen bezorgen. De eerste compositie komt van Shimonata. De stand is symetrisch, zwart speelt 1. ..... 2-7 en wit haalt een winnende combinatie uit. Nu zit er aan deze stand een luchtje, omdat ik me vaag herinner dat er jaren later een bijoplossing in de stand is gevonden. Ik weet echter niet meer op welk moment en hoe. Kan zwart wellicht in plaats van de tekstzet winnen, of moet het in de combinatie gezocht worden? Wie kan mij het verhaal vertellen. De tweede stand komt uit het Heijtingstoernooi en betreft een partij tussen de Russische ex-wereldkampioen Dybman en de Nederlandse grootmeester Heusdens. Dybman meende met 23. ..... 18-22 te kunnen winnen, maar kwam bedrogen uit. Heusdens haalt een schitterende combinatie uit. De laatste twee diagrammen betreffen composities van mijzelf. Het eerste idee komt uit een sneldampartij met R.Palmer. De tweede compositie maakte ik voor een nooit verschenen boek van Leo Aliar.

Terug naar inhoudsopgave